1) Wish: Wat is je belangrijkste doel vandaag? 
Je kan denken aan:
- Energie: Een streven om te werken aan je lichaamsbeweging, slaap of dieet.
- Werk: Een doel om voortgang te maken in je onderneming, project of presentatie.
- Relaties: De wens om je relatie te verbeteren met je partner, collega’s of cliënten.
Als het een groot doel is, welk proces kun je vandaag uitvoeren om vooruitgang maken?
……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..
Bijvoorbeeld: Drie verkoopgesprekken gevoerd.
2) Outcome: Wat zou de beste uitkomst zijn als je dit doel behaald?
Stel je voor dat je zojuist je wens voor vandaag hebt vervuld. Wat heb je bereikt? Hoe voelt dit?
……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..
Bijvoorbeeld: Drie nieuwe cliënten, vraag geverifieerd, angst overkomen, overwinning!
3) Obstacle: Welk obstakel binnen jezelf zou je weerhouden van je doel?
Wat houd je tegen het gewenste resultaat te bereiken? Kun je een of meerdere obstakels opnoemen waarmee je verwacht te worstelen? Probeer proactief te zijn: Wat binnen jouzelf zou je kunnen tegenhouden?
……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..
Bijvoorbeeld: een energie tekort, afleiding door e-mail of collega’s of twijfel die leidt tot gebrek aan actie.
4) Plan: Hoe ga ik dit obstakel overwinnen?
Met welke strategie kun je de obstakels overkomen? Maak, indien mogelijk, een implementatie intentie: Als ik obstakel X tegenkom, dan voer ik Y gedrag uit.
……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..
……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..……………..
Bijvoorbeeld: “Als we klaar zijn met de meeting, dan zonder ik me af van collega’s in de privé ruimte waar ik pas weg ga nadat ik 3 sales gesprekken heb gevoerd”